Jozette Ederveen (1966) kreeg in totaal zeven miskramen wat haar een enorm schuldgevoel bezorgde. Sinds enige tijd zet ze zich in voor het verbeteren van voorlichting en de zorg rondom een miskraam en verandering van wetgeving voor het begraven van foetussen. Jozette vertelt in dit interview over haar ervaringen en drijfveer.
Wanneer kreeg jij je eerste miskraam?
Mijn eerste miskraam kreeg ik in de nacht van 1e op 2e kerstdag 2008. Mijn kindje was gestopt met groeien in de 10e zwangerschapsweek. (Dit kon ik inschatten omdat mijn kindje al vingertjes en teentjes had.). Precies 7 maanden later kreeg ik in mijn 7e zwangerschapsweek mijn 2e miskraam. Daarna ben ik nog 5 keer zwanger geweest. Dit ging bij de innesteling steeds mis.
Hoe was dit voor jou?
Ik heb ervaren dat een miskraam een behoorlijke impact op je leven kan hebben. Vanaf het moment dat ik bloed begon te verliezen tijdens mijn zwangerschap, kwam ik terecht in een draaikolk van emoties. Als eerste was daar paniek; “Is dit een voorteken van een aankomende miskraam of is het bloed van de innesteling? Ga ik mijn kindje verliezen? Wat gaat er nu gebeuren?” De wanhoop, onzekerheid en onmacht die je dan voelt, verschrikkelijk! Het enige wat je kunt doen is afwachten.
Wat gebeurde er verder?
’s Avonds voelde ik bij het plassen een ‘plop’ en ik wist meteen dat ik op dat moment mijn kindje was verloren. Keihard werd ik van mijn roze wolk gesmeten, ik viel in een zwart gat. Het leek alsof er een enorme donkere, zware deken over mij heen kwam. Het enige dat ik nog wilde was in mijn bed liggen en mij verschuilen onder die deken. Weg van iedereen, alleen met mijn woede en verdriet. Het voelde alsof ik in een vacuüm zat. Ik wilde niets, had nergens zin in. Ik voelde een enorme leegte; niet alleen in mijn buik, maar ook in mijn leven. Een paar dagen later nam ik afscheid van mijn kindje door het te begraven in mijn tuin. Langzaam aan kwam ik uit mijn dal. Ik wist dat ik in ieder geval zwanger kon worden en focuste mij op een volgende zwangerschap.
Hoe ging het de 2e keer?
Mijn 2e miskraam had op mij de meeste impact. Vanwege mijn eerdere miskraam en mijn leeftijd, kreeg ik bij mijn 2e zwangerschap met 6 weken een echo. Er was toen geen kloppend hartje te zien. Met een foldertje en een afspraak die week daarop voor een nieuwe echo, ging ik naar huis. Die dagen daarna waren de ergste uit mijn leven. De spanning van of mijn kindje nog wel of niet leefde, was voor mij bijna ondraaglijk. De emoties die ik bij mijn 1e miskraam had, waren nu vele malen erger en doorleefde ik vele malen intenser.
Hoe liep dit af?
Vijf dagen na de echo begon ik te bloeden en niet zo’n beetje ook. Ik kon niet meer van de wc af, zoveel was ik aan het bloeden. Acuut moest ik naar het ziekenhuis. Daar werd mijn baarmoeder ‘schoongemaakt’ en vervolgens kon ik weer naar huis. Mijn kindje en het weefsel dat ik had verloren, heb ik achtergelaten voor onderzoek. Uit dit onderzoek is niets gekomen. Gezien mijn leeftijd was de verminderde kwaliteit van mijn eicellen waarschijnlijk de oorzaak. Daarna was ik nog vijfmaal zwanger. Ook deze eindigden in een miskraam. Bij iedere miskraam stopte ik mijn gevoelens steeds dieper weg.
Kreeg je goede opvang?
Ik had het geluk dat mijn man bij mijn eerste 2 miskramen de eerste dagen thuis was. Niet dat ik aandacht voor hem had, want ik was alleen maar aan het bellen of ik lag in bed. Gewoon het idee dat hij in de buurt was, was voor mij genoeg. De eerste dag(en) na mijn miskraam, belde ik mensen om mij heen om te zeggen dat ik een miskraam had gehad. Maar, daarna durfde ik ze niet meer te bellen. Ik wilde ze niet lastig blijven vallen met mijn verdriet. Ik voelde mij heel alleen staan. Het voelde alsof ik nergens terecht kon. Ik wilde praten over mijn verlies, maar dit lukte niet bij de mensen om mij heen.
Kon je op het internet terecht?
Toen ik zwanger was, deelde ik mijn zwangerschapskwaaltjes op een zwangerschapssite. Na mijn miskraam, voelde ik mij daar niet meer bij horen. Ik had behoefte aan mensen die wisten hoe ik mij nu voelde, die wisten waar ik doorheen ging en mijn pijn en verdriet begrepen. Vooral toen ik meerdere miskramen kreeg en het nastreven van mijn kinderwens moest beëindigen had ik enorme behoefte aan lotgenoten.
Heb je hierna nog kinderen gekregen?
Gezien mijn leeftijd en de impact van de miskramen besloten mijn man en ik om te stoppen met zwanger te worden. Ik moest toen gaan accepteren dat ik nooit moeder zou gaan worden van een ‘eigen’ kindje. Mijn man zou ik geen kind van ons samen geven, zijn zoon geen broertje of zusje, mijn moeder geen kleinkind van haar enige dochter. Ik had enorme schuldgevoelens naar hen toe. Mijn man en ik hebben nog gekeken voor andere manieren om onze kinderwens in vervulling te laten gaan. Voor adoptie waren mijn man en ik te oud. Helaas kwamen wij ook voor pleegzorg niet in aanmerking. Dit was vanwege het werk van mijn man. Hij is chauffeur en kan hierdoor slecht afspraken maken en vrij krijgen.
Wat heb je gedaan met je ervaringen?
Wanneer mijn emoties het hoogst waren, schreef ik deze van mij af. Toen ik deze later terug zat te lezen, viel mij op dat een deel van mijn emoties bij mijn miskramen vooral te maken hadden gehad uit onwetendheid. Dit had voorkomen kunnen worden als ik goede voorlichting en vooral praktische informatie van te voren had gehad zoals; waar moet je op letten bij een miskraam, wanneer moet je een dokter bellen, wat is handig om in huis te hebben wanneer je een miskraam verwacht, hoe kun je je kindje opvangen en wat kun je er vervolgens mee doen, etc.
Je bent ook anderen gaan helpen. Waarom?
Mijn doel is om meer aandacht te krijgen voor het verdriet bij een miskraam en ongewenst kinderloosheid. Dit doe ik oa door mijn verhaal te vertellen, interviews te geven, informatie te verspreiden via sociaal media, hulp geven bij studieprojecten, etc. Ik zet mij in voor o.a. het verbeteren van voorlichting en de zorg rondom een miskraam, verandering van wetgeving voor het begraven van foetussen en het creëren van gedenk-mogelijkheden/plaatsen voor kindjes die overlijden in het begin van de zwangerschap.
Wat kan er verbeterd worden qua miskraambegeleiding?
Wat ik graag zou willen zien op de afdeling gynaecologie zijn 2 wachtkamers (of in ieder geval de mogelijkheid om apart te kunnen wachten als daar behoefte aan is). Het kan verschrikkelijk pijnlijk zijn als je in de wachtkamer wordt geconfronteerd met zwangere vrouwen en moeders met baby’s. Niet alleen als je een miskraam verwacht of een kindje hebt verloren, maar ook als je een uitblijvende kinderwens hebt of ongewenst kinderloos bent, gescreend wordt of wordt/bent geholpen aan baarmoeder- en/of eierstokkanker, etc.
En qua voorlichting?
Ik vind dat de miskraam-folder moet worden aangepast of dat er een aparte folder moet komen waar vooral praktische informatie in staat. Hier ben ik 2 jaar geleden al voor bezig geweest met het NVOG. Op hun verzoek heb ik toentertijd informatie toegestuurd en handvatten gegeven. Hier zouden zij mee aan de slag gaan, maar ik weet niet hoe ver zij daar nu mee zijn. Laatst heb ik hen nog een bericht gestuurd, maar helaas heb ik nog geen reactie gehad.
Wat dient de omgeving van een vrouw met miskraam te weten?
Als eerste wil ik meegeven dat veel mensen de impact van een miskraam onderschatten. Zij denken vaak dat je bij een miskraam een soort van flinke menstruatie hebt en dat het daarna wel over is. Het is idd zo, dat mochten er bij de miskraam geen complicaties optreden, de vrouw lichamelijk snel kan genezen. Emotioneel gezien is dat wel anders. De hormoonhuishouding kan na een miskraam uit balans zijn. Daarnaast is het afhankelijk van de mogelijkheden die je hebt gekregen om je verdriet een plekje te geven. Heb je goed afscheid van je kindje kunnen nemen? Mocht je rouwen om dit verlies? Het is namelijk heel belangrijk dat je wordt gesteund en erkenning krijgt van je verdriet.
Wat is je nr. 1 tip aan ouders met een miskraam?
Of je miskraam kort of lang geleden is gebeurt, dat maakt voor het kunnen omgaan met het verlies niet uit. Mijn advies: Verstop je gevoelens niet (meer)! Vaak doe je dit ter bescherming van een ander of omdat je die ander niet wilt verliezen. Maar… dit gaat wel ten koste van jezelf. Dus wees lief voor jezelf en zorg goed voor jezelf. Gun jezelf een huildag. Huil als je wilt huilen, praat als je wil praten, rouw als je wil rouwen. Maak een gedenkplekje voor je kindje(s). Creëer momenten om je kindje te herinneren of om er contact mee te zoeken. Je kunt hiervoor een knuffel, babypop, slab of iets anders gebruiken. Houd dit vast wanneer je je verdrietig voelt. Zoek vooral troost in dingen die voor jou goed voelen.
Jozette Ederveen