Door: Leoniek van der Maarel
Ze leefden met me mee, totdat ik drie weken later te horen kreeg dat ik niet zo veel met die miskraam bezig moest zijn, ik was nog jong en ach, er gaan toch heel veel zwangerschappen mis? Iemand zei zelfs “joh wees dankbaar dat je het kindje niet in je armen hebt gehouden, ik ken iemand die verloor haar kindje na de geboorte…”.
Daar zit Moniek. Ze is verslagen. Ze heeft vijf weken gewacht met mij te bellen omdat ze dacht dat dit verdrietige gevoel wel over zou gaan. Ze was ondertussen zelf ook gaan geloven dat het heel normaal was als je in de eerste 12 weken een miskraam krijgt.
Ik zei het toch…
Moniek ging nog verder met haar verdrietige relaas. Haar schoonmoeder wees haar er nog eens op dat ze toch had gezegd dat je vooral de eerste drie maanden nog niets moest kopen, want er kon toch zo veel misgaan! Moniek had alleen een klein babypakje en een speen gekocht. Nu kon haar schoonmoeder het niet laten om te zeggen “het is maar goed dat je niets gekocht hebt hè? Ik zei het toch?”
Serieus nemen
Moniek voelde zich niet serieus genomen in haar verlies. Daar is Moniek niet de enige in. Een miskraam is net zo een verlies als welk ander verlies dan ook. Het gaat erom hoe iemand dat verlies ervaart. Hoezo zou een verlies na twaalf weken in je buik te verwaarlozen zijn? Voor de dragende moeder is er al een hele wereld en een heel leven ontstaan met dit kindje. Vanaf het moment dat je zwanger bent ga je een nieuw levensverhaal schrijven, namelijk met een kind.
Voorbereiden op een miskraam
Natuurlijk weet je als je zwanger bent dat een miskraam in de eerste twaalf weken voor kan komen. Dat hoor ik moeders (ja als je zwanger bent, ben je al moeder) ook vaak zeggen: “eerst maar de eerste drie maanden doorkomen”. Je vertelt het wellicht nog niet aan de omgeving, je durft nog niet te veel te kopen, want stel je voor dat het misgaat. Het is alsof je je voor kunt bereiden op een dergelijk verlies, alsof de klap dan minder hard aankomt. Het gekke is dat ervaring leert dat deze ‘voorbereiding’ niet uitmaakt. De klap blijft even hard.
Niet te zien
Van buiten ziet niemand dat je een miskraam hebt gehad. Had je eerder niet verteld dat je zwanger was, dan vertel je misschien nu wel van de miskraam, maar als je dat ook niet doet, dan weet helemaal niemand wat een verdrietige situatie zich in jouw leven afspeelt.
Je was zwanger, misschien wel voor 12 weken en nu heb je niks. Je staat met lege handen. De omgeving ziet dat je je opmaakt, dat je leuke kleren aanhebt, dat je er, wellicht, goed uitziet. De omgeving denkt (voorzover ze ervan afweten): gelukkig ze kan weer door, ze zal nu wel weer snel zwanger zijn.
Ontzwangeren
Nog afgezien van de vraag of jij ook weer snel zwanger wílt zijn, speelt ook nog eens mee dat je lijf moet ontzwangeren. Misschien moet je wel gecuretteerd worden om er toch nog wat is achter gebleven in je baarmoeder. Het moment van de miskraam is niet zomaar het einde, daar zit vaak nog een proces aan vast.
Nu weet je ook dat iedereen vol verwachting wacht op jouw nieuws dat je opnieuw zwanger bent.
Maar jij bent in rouw. Je wil gehoord worden, je wil praten over je dromen, je fantasieën met en wensen voor je kindje.
Jij en je partner
Voor je partner is deze miskraam heel anders dan voor jou. Natuurlijk keek hij/zij ook naar dit kindje uit, maar jij droeg het kindje in je buik. Jij was al helemaal aan het verbinden. Voor jouw partner was er nog niet veel te zien aan je buik en leefde het kindje veel minder.
Dat kan betekenen dat je dit verdriet wellicht niet goed met je partner kan delen. Ik hoor vaak dat dit in het begin nog wel lukt, maar na een aantal weken wordt het lastig.
Akte van (levenloos) geboren kind
Sinds februari 2019 is het mogelijk het levenloos geboren kindje te registreren. Het maakt hierbij niet uit hoe lang de zwangerschap geduurd heeft!
Dit is een enorme erkenning voor alle ouders die een miskraam hebben gehad. Erkenning voor hen, maar ook voor hun kindje! Want dit kindje is er geweest, het doet mee, het telt!
Leedconcurrentie
Ooit las ik “je mag wel oordelen maar je kan het niet”. Die vond ik mooi. Want mensen hebben een oordeel. Waarbij vaak het verlies van een kind als ‘zwaarste’ verlies wordt gezien. Maar alleen de rouwende zelf kan dit beoordelen. Binnen het verliezen van een kind, kan op zich ook weer ‘leedconcurrentie’ optreden. Als jij een miskraam krijgt en je praat met iemand van wie het kindje stilgeboren is, dan kan die persoon zeggen “maar dat kindje heb je nooit gekend, je hebt het nog niet voelen bewegen in je buik, je hebt geen herinneringen die zo’n pijn doen”. Om dit voorzichtig te nuanceren: je zou dit net zo goed andersom kunnen zien “iemand met een stilgeboren kindje, heeft tenminste zijn kindje gevoeld en heeft herinneringen”.
Kortom, leedconcurrentie helpt niet en is onnodig. Hoezo willen we vergelijken? Hoezo ‘moet’ het ene verlies anders voelen dan het andere? Het klinkt wel eens als een schreeuw om serieus genomen te worden in het verdriet.
De omgeving
Voor iemand die niet meemaakt wat jij meemaakt is het vaak moeilijk om te begrijpen hoe jij je voelt en wat je meemaakt. Je vecht voor erkenning en je wilt begrepen worden. Dat begrip is moeilijk te krijgen, omdat de omgeving al gauw met goedbedoelde adviezen komt. “Joh, je bent nog zo jong, je hebt gelukkig nog genoeg tijd”, of “maar je weet nu wel dat je zwanger kunt worden”. Niet echt uitnodigende teksten om een goed gesprek te hebben over wat jij nu meemaakt.
Terug naar Moniek
Moniek is aan de slag gegaan met Lutografie, het online rouwverwerkingsprogramma. Ze maakte daar haar eigen rouwboek over haar miskraam. Toen ze het rouwboek, waarin ze al haar verwachtingen, beelden, dromen, etc. had opgenomen, deelde met haar man, begreep hij veel beter wat deze miskraam had betekend voor haar.
Leoniek van der Maarel
Het nieuwe rouwen
Foto van Almos Bechtold via Unsplash