Mijn tweede zwangerschap eindigde voor de twaalfde week in een miskraam. Het had ruim een jaar geduurd voordat ik weer zwanger was, en toch voelde ik dat er iets niet goed was. De zwangerschapstest was niet direct positief en de lichte spanning die ik voelde op mijn borsten, nam in de tiende week af.
In de elfde week begon ik licht te vloeien. De verloskundige stuurde mij door naar het ziekenhuis voor een curettage (schoonmaken van het baarmoederslijmvlies) onder narcose. Niemand op de afdeling was ervan op de hoogte dat er sprake was van een miskraam.
Een curettage werd om tal van redenen gedaan. Ik heb dit zelf tegen de verpleegkundige verteld. Eén nacht heb ik in het ziekenhuis gelegen en de volgende ochtend kwamen mijn man en mijn dochtertje mij ophalen.
Ik weet nog dat ik in de tuin zat omdat het lekker weer was en dat ik me heel leeg voelde. Wat een gemis. Op dat moment kwam mijn vriendin langs met een bos bloemen. Dat gebaar zal ik nooit vergeten. Ze was stil en zat naast me.
Dat heeft me echt gesteund. Aan woorden heb je op dat moment niet zo veel. Mijn oma reageerde met ‘ach meid je kan nog wel tien kinderen krijgen’. Nu dat was geen troost, sterker nog: ik ben in huilen uitgebarsten.
Omdat we zo graag een tweede kindje wilden en het liefst een jongetje, had ik toen een gipsen ovale wandversiering gekocht waarop een jongetje te zien is die de trap op klautert. Dat beeld is dubbel werkelijkheid geworden omdat ik direct na de miskraam zwanger werd van een zoon die nu zelf ook een zoon heeft.
Ook mijn dochter heeft een zoon. Dus dat beeld van het jongetje op de trap zie ik regelmatig in het echt voorbij komen.
Rian Bruijne
Orthomoleculair Geneeskundige